Als erfgenamen (certificaten van) aandelen in een bedrijf met een vastgoedportefeuille erven, is het nog maar de vraag of zij over hun verkregen rechten in het vastgoed de bedrijfsopvolgingsfaciliteit mogen toepassen. De enkele omstandigheid dat het bedrijf veel vastgoed bezit en diverse personeelsleden in dienst heeft die zich daarmee bezighouden, is daartoe niet genoeg.
In een recente zaak voor Rechtbank Noord-Holland had een vrouw certificaten van aandelen in een bedrijf geërfd. Dit bedrijf hield zich bezig met de verhuur van panden en projectontwikkeling. De fiscus accepteert dat de vermogensbestanddelen ten behoeve van de projectontwikkeling kwalificeren als ondernemingsvermogen voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF). Maar de vrouw mag de BOF niet toepassen voor zover het vermogen betrekking heeft op de verhuur van de panden. Zowel de inspecteur als de rechtbank vindt dat deze vastgoedexploitatie niet kwalificeert als het drijven van een onderneming. De vrouw kan niet bewijzen dat met de exploitatie meer rendement wordt behaald dan met normaal vermogensbeheer. De omvang van de vastgoedportefeuille en het personeelsbestand duidt niet op de daartoe vereiste meerarbeid. Want ook onder normaal vermogensbeheer kan het aanhouden van een uitgebreide vastgoedportefeuille een omvangrijk personeelsbestand vereisen. Daarnaast speelt een rol dat het bedrijf geen rendementsdoelstelling heeft vastgelegd.
Besluit: art. 35c, eerste lid onderdeel c SW 1956
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 26 augustus 2018 (gepubliceerd 27 augustus 2018), ECLI:NL:RBNHO:2018:5635
Geef een reactie