Er zijn verdragsonderhandelingen met België voor het nieuwe belastingverdrag gaande. Nederland heeft hierbij ook de problematiek met betrekking tot de hooglerarenbepaling aan de orde gesteld.
Staatssecretaris Snel van Financiën stuurde de Tweede Kamer antwoorden op vragen over een financieel nadeel voor docenten die in België wonen en in Nederland hun beroep uitoefenen.
Wanneer een inwoner uit België in Nederland in loondienst werkzaam is, is die persoon in beginsel in Nederland premieplichtig. In het belastingverdrag tussen Nederland en België is vervolgens geregeld welk land belasting mag heffen over het loon. Voor (hoog)leraren bevat dat verdrag een specifieke bepaling. Deze bepaling bepaalt, kort gezegd, dat een (hoog)leraar die in een van beide landen woont en in het andere land werkt (onderwijs geeft of wetenschappelijk onderzoek verricht) de eerste twee jaar in de woonstaat belasting blijft betalen.
De discoördinatie tussen de belasting- en de premieheffing die aldus ontstaat bij niet in Nederland wonende docenten, kan ook bij andere beroepen voorkomen indien het heffingsrecht van belastingen en premies volksverzekeringen niet aan hetzelfde land toekomt.
De combinatie van belasting in België en premies volksverzekeringen in Nederland kan hoger uitvallen dan de totale loonheffing over het loon van een Nederlandse collega die belasting en premies in Nederland betaalt. Dit kan er toe leiden dat docenten die in België wonen en in Nederland hun beroep uitoefenen een lager netto loon ontvangen dan hun collega’s die in Nederland wonen. In de omgekeerde situatie kan dit voor in Nederland wonende docenten die werkzaam zijn in België leiden tot een hoger netto loon dan hun collega’s die in België wonen.
Belastingverdragen
De zogenaamde hoogleraarbepaling in artikel 20 van het Nederlands-Belgische belastingverdrag is bedoeld om te voorkomen dat bij tijdelijke werkzaamheden in het andere land (zoals bij gastdocentschap) het heffingsrecht verschuift met de daaraan verbonden administratieve lasten. Inmiddels is het Nederlands verdragsbeleid om niet meer te streven naar de opname van een dergelijke bepaling. Het doel van deze bepaling (het verminderen van administratieve lasten) wordt vaak niet gehaald. Op dit moment zijn verdragsonderhandelingen met België voor het nieuwe belastingverdrag gaande. Nederland heeft de problematiek met betrekking tot de hooglerarenbepaling al aan de orde gesteld met als doel de genoemde problematiek op te lossen.
In het verdrag met Duitsland is ook een hooglerarenbepaling opgenomen. In die bepaling is het heffingsrecht direct aan het werkland toegewezen in de aan de orde zijnde gevallen. De discoördinatie tussen premies volksverzekeringen en belastingheffing speelt in dat verdrag daarom in beginsel niet en is er geen verschil tussen collega’s die in Nederland of in Duitsland wonen.
Meer informatie: Brief antwoorden op Kamervragen over een financieel nadeel voor docenten, 17 april 2018
Geef een reactie