Hof Den Bosch oordeelt dat bewijs dat een tipgever heeft verduisterd en verkocht aan de fiscus, in principe moet worden uitgesloten in een beroepsprocedure.
Dit hofoordeel zag op een zaak waarin een tipgever informatie over buitenlandse bankrekeningen had verduisterd en tegen een vergoeding had overgedragen aan de fiscus. Naar aanleiding van deze informatie had de Belastingdienst onder meer een man navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd. De man en later zijn erfgenamen tekende(n) beroep aan tegen deze aanslag. Tijdens deze lange procedure deed de Belastingdienst steeds een beroep op geheimhouding wanneer de rechter vroeg om de identiteit van de tipgever. De belastingrechter wees dit beroep af, maar Hof Den Bosch stelt vast dat men moet aanvaarden dat de inspecteur kan volharden in een afgewezen beroep op geheimhouding of beperkte kennisneming. De belastingrechter kan wel gevolgen verbinden aan deze volharding, bijvoorbeeld door het bewijs afkomstig van de tipgever uit te sluiten.
Geen inzicht in belangenafweging
Het hof stelt dat bewijsuitsluiting in fiscale zaken pas aan de orde is in uitzonderlijke gevallen. Een belangrijk voorschrift of rechtsbeginsel moet dan in zo’n aanzienlijke mate zijn geschonden, dat bewijsuitsluiting daarop een passende reactie is. Het hof oordeelt dat dit in deze zaak het geval is. Door de tipgever te betalen voor verduisterde informatie, had de fiscus zich feitelijk schuldig gemaakt aan een vorm van heling. Het is niet mogelijk om de Staat daarvoor strafrechtelijk te vervolgen, maar de sanctie van bewijsuitsluiting is wel mogelijk. Daarnaast moet de inspecteur bij het gebruik van wederrechtelijk verkregen bewijs een belangenafweging maken. Aan de ene kant is het bestrijden van belastingontwijking van belang, aan de andere kant mag verduistering en ander crimineel gedrag niet worden beloond. De Belastingdienst heeft in deze zaak onvoldoende inzicht gegeven in de gemaakte belangenafweging. Al met al voldoende redenen voor het hof om het verduisterde bewijs uit te sluiten, de navorderingsaanslagen te vernietigen en de fiscus te veroordelen tot het betalen van een proceskostenvergoeding van € 50.000.
Wet: artikelen 8:29, 8:31, 8:75 en 8:108, eerste lid Awb
Meer informatie: Gerechtshof Den Bosch 20 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:203
Geef een reactie