A-G Wattel is van oordeel dat ondernemers en werknemers ongelijk worden behandeld bij de opbouw van hun oudedagsvoorziening. Bij werknemers komt de betaalde en/of ingehouden pensioenpremie in mindering op de grondslag Zvw. Bij ondernemers wordt geen rekening gehouden met aftrek stakingswinstlijfrente. Dit is schending van het discriminatieverbod.
Een ondernemer genoot een stakingswinst van € 18.305 en bedong hiervoor een stakingswinstlijfrente. De ex-ondernemer ontving een aanslag premie Zorgverzekeringswet (Zvw) gebaseerd op de behaalde stakingswinst van € 18.305. In geschil is of ook bij bepaling van de grondslag voor de premie zvw de betaalde stakingswinstlijfrente in mindering komt. Zo niet, dan is de daardoor optredende dubbele heffing in strijd met het eigendomsgrondrecht en discriminatieverbod uit de Europeesrechtelijke verdragen. Rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2017:445) achtte het onderscheid rechtmatig. Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2017:1694) gaf de ex-ondernemer ook ongelijk.
Schending discriminatieverbod
Advocaat-Generaal (A-G) Wattel is echter een andere mening toegedaan. Hij meent dat werknemers met pensioen enerzijds en personen die hun oudedagsvoorziening moeten opbouwen door een lijfrenteverzekering anderzijds met elkaar moeten worden vergeleken. Hij ziet op basis van doel en strekking van de Zvw en de aftrekbaarheid van pensioenpremies van het loon en daarmee van het Zvw-bijdrage-inkomen geen relevante verschillen tussen die twee groepen. Volgens de A-G volgt uit het systeem van de wet, de parlementaire geschiedenis en de latere uitlatingen van de bewindslieden hoe de ongelijke behandeling van voornoemde twee groepen moet worden weggenomen. De rechter kan daarom over de ongelijke behandeling uitspraak doen. De A-G adviseert de Hoge Raad het beroep van de ex-ondernemer gegrond te verklaren en de zaak zelf af te doen.
Wet: Art. 42 en 43 Zvw en art. 3.129 Wet IB 2001
Op 20 juni 2018 verzorgt Erik van Toledo een PE-Pitstop Lijfrentevoorzieningen in de praktijk.
> Meer informatie en aanmelden.
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad 31 januari 2018 (gepubliceerd op 16 februari 2018), ECLI:NL:PHR:2018:119
Geef een reactie