De gebruikelijkloonregeling is niet alleen van toepassing op de dga en zijn partner, maar ook op meewerkende kinderen met een aanmerkelijk belang. Welke factoren bepalen de hoogte van het gebruikelijk loon en wat zijn aandachtspunten en adviesmogelijkheden voor de praktijk?
Het gebruikelijk loon is in beginsel € 45.000. Als de inspecteur aannemelijk kan maken dat 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking hoger is, is dit laatste het gebruikelijk loon. Kan de dga aannemelijk maken dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is, dan is dit lagere loon het gebruikelijke loon, ook als dit minder is dan € 45.000. Is er een meest verdienende werknemer binnen het concern, dan is in beginsel het loon van de meest verdienende werknemer leidend, tenzij de dga aannemelijk kan maken dat 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is, dan is het gebruikelijk loon dit lagere loon. Kan de inspecteur aantonen dat 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking hoger is, dan is dit hogere loon het gebruikelijk loon.
Meewerkende kinderen
Het komt soms voor dat kinderen een aanmerkelijk belang hebben en werkzaamheden verrichten voor de vennootschap waarin zij dat aanmerkelijk belang hebben. In de door de Belastingdienst gepubliceerde handreiking gebruikelijk loon 2015 staat dat gebruikelijke loon voor die kinderen ten minste het wettelijk minimumloon moet zijn als zij nog naar school gaan of studeren.
Managementvergoeding en gebruikelijk loon
De Belastingdienst hanteert als standpunt dat de houdstervennootschap de managementvergoeding(en) die de werkmaatschappijen aan de houdstervennootschap betalen, in zijn geheel aan de dga moet doorbetalen. Dit onder de aanname dat de managementvergoeding in zijn geheel een vergoeding is voor de arbeid van de dga. Soms mag daarbij de Belastingdienst de zogeheten afroommethode nog toepassen. Het gebruikelijk loon is dan ten minste 75% van de omzet van de B.V., als deze omzet geheel is te danken aan de arbeid van de dga. Steeds vaker echter fluit de rechter de Belastingdienst terug bij het toepassen van de afroommethode.
Pas managementovereenkomst aan
Voorkom discussie met de Belastingdienst en neem in de managementovereenkomst tussen de houdster- en de werkmaatschappij een bepaling op waaruit volgt dat de managementvergoeding niet alleen betrekking heeft op de vergoeding voor arbeid van de dga. Wellicht nog beter sluit twee aparte overeenkomsten, één waarin afspraken worden gemaakt over de arbeid verricht door de dga, en één waarin afspraken worden gemaakt voor de overige diensten die de holding verricht (hoofdkantoorkosten).
Verliessituatie en verlaging gebruikelijk loon
In verliessituaties kan een dga de Belastingdienst verzoeken het gebruikelijk loon lager vast te stellen. Maar let op, als de dga dit lagere loon aanvult met opnamen in rekening-courant, dan stelt de Belastingdienst het gebruikelijk loon vast met inachtneming van die opnamen in rekening-courant.
Meer informatie
Op Tax Talks, in de onlangs gepubliceerde e-learning ‘De do’s, de don’ts en mogelijke valkuilen van de gebruikelijkloonregeling’ gaat mr. Renée Pauli uitgebreid in op de gebruikelijkloonregeling. Naast aandachtspunten en adviezen, vindt u in de e-learning ook een handig schematisch overzicht om de hoogte van het gebruikelijk loon te bepalen.
Bent u nog geen abonnee? Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 49!
Wet: art. 12a Wet LB 1964
Geef een reactie