Een recent arrest van de Hoge Raad maakt duidelijk dat het geen zin heeft om een schadevergoeding te vorderen van de inspecteur als hij de schade heeft veroorzaakt binnen het kader van de taken die hem zijn opgedragen.
Een Slowaak had bij de Belastingdienst een verzoek om schadevergoeding ingediend. De staatssecretaris van Financiën reageerde per brief op dit verzoek. Hij stelde dat de wettelijke regels voor schadevergoeding niet gelden voor iedere vorm van schade. Dit is onder meer het geval als de schade is veroorzaakt door besluiten en handelingen van bestuursorganen die zijn genomen/verricht in het kader van taken die zijn opgedragen aan de Belastingdienst. De staatssecretaris heeft het verzoek om schadevergoeding daarom niet in behandeling genomen. De Slowaak is in cassatie gegaan tegen deze beslissing van de staatssecretaris. Maar de Hoge Raad oordeelt dat tegen deze beslissing geen cassatieberoep open staat. De cassatierechter kent evenmin een andere wettelijke bepaling die hem de bevoegdheid geeft om hier zelf op het verzoek om schadevergoeding te beslissen. Het cassatieberoep is daarom niet-ontvankelijk.
Wet: art. 8:88 Awb
Meer informatie: Hoge Raad 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2206
Geef een reactie