Minister Hoekstra van Financiën stuurde de Tweede Kamer de nadere memorie van antwoord van de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn.
Hij beantwoordt hierin de vragen van de vaste commissie voor Financiën mede namens de mInister van Justitie en Veiligheid. De vragen betreffen het clientenonderzoek, politiek prominente personen en hun familieleden en de gevolgen van het wetsvoorstel.
Cliëntenonderzoek
De incidentele transacties betreffen transacties die door de instelling voor de cliënt worden verricht. Voor wat betreft banken gaat het zowel om betalingen en ontvangsten van € 15.000 of meer. Bij transacties van die omvang moet cliëntenonderzoek verricht worden. In het geval van politiek prominente personen is bij dit cliëntenonderzoek de toestemming vereist van een persoon die deel uitmaakt van het hoger leidinggevend personeel. Dit geldt telkens als een transactie van die omvang verricht moet worden. Dit vereiste geldt op gelijke wijze voor familieleden van politiek prominente personen en personen bekend als naaste geassocieerden van politiek prominente personen.
Het vereiste van toestemming betekent niet dat in die gevallen een handtekening van een lid van het hoger leidinggevend personeel vereist is. Bij toestemming gaat het er om dat het hoger leidinggevend personeel betrokken is geweest en heeft ingestemd met de dienstverlening. Het is aan de instelling hoe dit wordt georganiseerd, zolang van die betrokkenheid sprake is en dit uit de administratie van de instelling op te maken is. Het hoger leidinggevend personeel moet in ieder geval beoordeeld hebben of de dienstverlening misbruikt zou kunnen worden voor witwassen of het financieren van terrorisme. In geval dat naast een eerstelijns medewerker ook een tweedelijns medewerker de transactie heeft bekeken, zal in de meeste gevallen een beoordeling van de conclusies door het hoger leidinggevend personeel voldoende zijn. Bij kleinere instellingen zal een lid van het hoger leidinggevend personeel zich waarschijnlijk meer moeten verdiepen in de transactie.
Doel achterhalen
Een instelling is verplicht het doel en de aard van de zakelijke relatie of een incidentele transactie te achterhalen. Het doel is dat de instelling zich ervan kan vergewissen dat diens dienstverlening niet wordt misbruikt voor witwassen of het financieren van terrorisme. Bij opname van een bedrag van € 15.000 of meer betekent dit dat de instelling het doel hiervan moet achterhalen. Afhankelijk van de omstandigheden, zoals het transactiepatroon van de cliënt, zal de instelling moeten bekijken in welk detail kennis over het doel verkregen moet worden. Banken beschikken over systemen om transactiepatronen te monitoren. Daarbij is ook het doel van de zakelijke relatie van de bank met de cliënt van belang. Als bepaalde incidentele transacties binnen het doel van de algehele zakelijke relatie met de cliënt passen dan zal het onderzoek naar het doel van de incidentele transactie beperkt zijn.
Het bedrag voor het melden van ongebruikelijke transacties wordt niet verhoogd van € 15.000 naar € 25.000. Wel wordt voor contante omwisselingen of stortingen bij banken de indicator voor het melden van een ongebruikelijke transactie verlaagd van € 15.000 naar € 10.000, vanwege het hoge risico op witwassen bij dergelijke transacties. Voor het overige worden de indicatoren bij banken niet aangepast.
Kosten niet doorberekenen
Instellingen mogen de kosten die zij maken voor het cliëntenonderzoek of verscherpt cliëntenonderzoek niet individueel aan de betrokken cliënt doorberekenen. Het cliëntenonderzoek betreft een wettelijke verplichting waar geen heffing voor in rekening gebracht mag worden. De regering acht deze maatregelen op dit moment passend en proportioneel. Het gebruik van virtuele valuta als betaalmiddel of bij omwisseling naar andere virtuele valuta komt nauwelijks voor en bovendien wordt er dan vaak gebruik gemaakt van de diensten van een ‘custiodian wallet provider’, die door de wijziging van de richtlijn onder het toepassingsbereik van de Wwft wordt gebracht.
Geef een reactie