De fiscale behandeling van gelden afkomstig uit een Amerikaanse trust die toekomen aan een inwoner van Nederland zijn niet eenvoudig, zo stelt Rechtbank Noord-Holland vast. Men moet het verdrag zo opvatten, dat de Nederlandse fiscus geen tegemoetkoming hoeft te geven voor dubbele belasting ten aanzien van een dividend waarover geen bronbelasting is geheven.
Een Nederlandse vrouw was de begunstigde van twee zogeheten ‘irrevocable, non-discretionary trusts’. Op grond van deze gerechtigdheid had zij in het jaar 2012 bijna € 7.500 aan dividend ontvangen. De fiscale autoriteiten van de VS hadden daar geen bronbelasting op ingehouden. Volgens de vrouw heeft zij ondanks het ontbreken van een ingehouden bronbelasting toch recht op een tegemoetkoming voor dubbele belasting. Volgens de tekst van het belastingverdrag tussen Nederland en de VS moet Nederland een aftrek toestaan van 15% van de dividenden die ook in de VS mogen worden belast. De rechtbank geeft toe dat de relevante teksten niet eenduidig zijn. Wel is het zo dat volgens de verdragstekst de vermindering van inkomstenbelasting waar de vrouw een beroep op doet, dient ter verrekening van een buitenlandse belasting. Men komt niet aan dit artikel toe als het buitenland geen belasting heft. De uitleg van de vrouw is bovendien in strijd met het doel en de strekking van het belastingverdrag. Daarom hoeft Nederland geen aftrek te verlenen als evenmin sprake is van een Amerikaanse bronbelasting.
Wet: art. 5.3 Wet IB 2001
Verdrag: art. 10 en 25, derde lid, onderdeel b Verdrag NL-USA
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 17 oktober 2018 (gepubliceerd 26 oktober 2018), ECLI:NL:RB:2018:9189
Geef een reactie