Als een Nederlandse adviseur op het gebied van structuren zich nadrukkelijk bezighoudt met rechts- en bestuurshandelingen van een afgescheiden particulier vermogen, kan de fiscus stellen dat dit afgescheiden particuliere vermogen is gevestigd in Nederland. Dat betekent dat de inbrenger van dit vermogen kan worden belast over voordelen uit dit vermogen.
Een vrouw bezat 2002 soortaandelen in een B.V en had daarmee een aanmerkelijk belang in deze vennootschap. In augustus 2010 bracht zij 1900 van deze aandelen in een lichaam dat was opgericht naar het recht van Curaçao. Deze inbreng was onderdeel van een belastingconstructie om de aanmerkelijkbelangclaim af te schudden. Deze constructie was bedacht door een structuuradviseur van een gerenommeerd belastingkantoor. De vrouw gaf in haar aangifte inkomstenbelasting op dat sprake was van een afgescheiden particulier vermogen (APV). Hieraan voegde zij de landcodes van de Nederlandse Antillen en Malta toe, omdat de feitelijke leiding naar Malta zou zijn verplaatst. In eerste instantie volgt de inspecteur de belastingaangifte. Maar later neemt hij toch het standpunt in dat het APV is gevestigd in Nederland. Hij vindt daarom dat de vrouw de voordelen uit het APV tot haar Nederlandse inkomen had moeten rekenen. De Belastingdienst legt de vrouw een navorderingsaanslag inkomstenbelasting op, waartegen zij in beroep gaat.
Nieuw feit en kwade trouw
Hof Den Bosch oordeelt dat het APV inderdaad in Nederland is gevestigd. De structuuradviseur heeft in Nederland zich flink bemoeid met de constructie, de uitvoering van rechtshandelingen en feitelijke bestuurshandelingen. Daardoor is de feitelijke leiding van het APV gevestigd in Nederland. Dit gegeven vormt voor de inspecteur een nieuw feit. Het hof vindt niet dat de inspecteur de juistheid van de aangifte in twijfel had hoeven trekken. De enkele vermelding van een zetelverplaatsing dwingt niet tot nader onderzoek. In deze situatie was het namelijk voor de inspecteur goed mogelijk dat de aangifte toch juist was. Bovendien stelt het hof vast dat de vrouw te kwader trouw is. Juist doordat de structuuradviseur zo betrokken was bij de constructie, had hij kunnen weten dat het APV vanuit Nederland werd geleid. Het hof rekent de kwade trouw van de adviseur dan ook toe aan de vrouw en verklaart haar beroep ongegrond.
Meer informatie: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 6 september 2018 (gepubliceerd 8 november 2018), ECLI:NL:GHSHE:2018:3702
Geef een reactie