Als een gebouw specifiek is ontworpen om samen met cellen en of/stellages te worden gebruikt, moeten de cellen en stellages in principe worden beschouwd als werken die duurzaam met de grond zijn verenigd. Het gevolg is dat men over deze cellen en stellages ook overdrachtsbelasting moet berekenen.
De Hoge Raad had Hof Amsterdam de opdracht gegeven om te onderzoeken of koel- en rijpingscellen en stellages in een gebouw op zichzelf als onroerende zaak kwalificeerden. De cellen en stellages waren namelijk geen onderdeel van het bedrijfsgebouw. Zie ook: 'Onroerende zaak hoeft geen onderdeel van gebouw te zijn'. Het hof heeft de bouwtekeningen van het bedrijfsgebouw bekeken. Het blijkt dat het gebouw en de daarin aanwezige cellen en stellages als één geïntegreerd geheel zijn ontworpen en gebouwd. Het gebouw, de cellen en stellages zijn ook qua omvang en afmetingen op elkaar afgestemd. Daarnaast vormen deze zaken visueel één geheel. Strikt genomen zijn de cellen en de stellages te demonteren, maar het is niet de bedoeling dat dit werkelijk gebeurt. Het hof oordeelt dat de cellen en stellages kwalificeren als werken die duurzaam met de grond zijn verenigd. Zij zijn daarmee onroerende zaken die behoren tot de heffingsgrondslag van de overdrachtsbelasting.
Wet: art. 2, eerste lid WBR 1970 en artt. 3:3 en 3:4 BW
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam 17 april 2018 (gepubliceerd 23 mei 2018), ECLI:NL:GHAMS:2018:1600
Geef een reactie