Met een belastingbijtelling wil het kabinet bereiken dat vanaf 1 januari 2020 een aantal aftrekposten tegen een lager effectief toptarief aftrekbaar zal zijn. Mr. Xavier Auerbach en drs. Jeroen Peters menen dat de media en fiscale literatuur niet de aandacht aan deze maatregel geven die zij verdient. Dit schrijven zij in een artikel in Vakblad Estate Planning.
Het Belastingplan 2019 bevat een maatregel om het toptarief waartegen bepaalde aftrekposten aftrekbaar zijn effectief gezien te verlagen. Deze regel bestaat al ten aanzien van de aftrekbare kosten van de eigen woning, maar zal per 1 januari 202 worden uitgebreid met:
- de ondernemersaftrek;
- de MKB-winstvrijstelling. De MKB-winstvrijstelling zal alleen onder deze maatregel vallen als het gezamenlijke bedrag van de winst na toepassing van ondernemersaftrek positief is;
- de terbeschikkingstellingsvrijstelling. De terbeschikkingstellingsvrijstelling zal alleen onder deze maatregel vallen als het gezamenlijke bedrag van de winst na toepassing van ondernemersaftrek positief is;
- de persoonsgebonden aftrek.
De aftrekbeperking krijgt de vorm van een belastingbijtelling. In 2020 zal deze bijtelling in beginsel gelijk zijn aan 4,5% van het verschil tussen de box 1-inkomen vermeerderd met de eerdergenoemde aftrekposten en het startbedrag van de vierde schijf. De bijtelling zal maximaal 4,5% van die aftrekposten bedragen. Auerbach en Peters maken aan de hand van een aantal voorbeelden duidelijk dat deze maatregel meer impact heeft dan men uit de aandacht in de media en fiscale literatuur kan afleiden. Zo is het mogelijk dat de hypotheekrenteaftrek maar een fiscaal voordeel oplevert van 27,86% in plaats van het door het kabinet aangekondigde voordeel van 37,05%.
Gebruik B.V. wordt fiscaal relatief aantrekkelijker
Daarnaast wijzen Auerbach en Peters erop dat de MKB-winstvrijstelling en de terbeschikkingstellingsvrijstelling nu bijdragen aan het globale evenwicht tussen de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Door het fiscale voordeel van deze vrijstellingen te beperken, blijft er van dit evenwicht weinig meer over. Ondernemen via de B.V. wordt fiscaal gezien relatief interessanter. Maar ook schenken via de B.V. zal aantrekkelijker worden.
Wet: art. 2.10, tweede lid Wet IB 2001
Meer weten?
Het artikel van Xavier Auerbach en Jeroen Peters verschijnt eind december in het Vakblad Estate Planning. Wilt u het hele artikel lezen? > Neem dan nu een kennismakingsabonnement!
Geef een reactie