Wanneer een multinational haar hoofdkantoor naar het buitenland verplaatst, dient bij dat hoofdkantoor een eindafrekening plaats te vinden over de aanwezige fiscale en stille reserves. Staatssecretaris Snel beantwoordt Kamervragen over hoofdkantoorverplaatsing en de Vpb.
Voor de duidelijkheid vermeldt Snel dat slechts wordt afgerekend over de meerwaarde van de vermogensbestanddelen (de stille reserves, waaronder goodwill) en fiscale reserves van de belastingplichtige (het hoofdkantoor). Hierbij spelen eventuele aanwezige reserves van door het hoofdkantoor gehouden deelnemingen geen rol. De hoogte van de eindafrekeningswinst die ontstaat bij het hoofdkantoor als gevolg van een eventuele verplaatsing naar het buitenland, is afhankelijk van de feiten en omstandigheden waarin belastingplichtige verkeert en verschilt daarmee van geval tot geval. Om die reden is de analyse – dat er altijd een fikse eindafrekening dient plaats te vinden bij de verplaatsing uit Nederland van het hoofdkantoor van een multinational – dan ook te stellig. De waardering van goodwill is in de praktijk niet altijd even eenvoudig is vast te stellen, aangezien de interpretatie van concrete feiten en omstandigheden hierbij een rol speelt.
Bij de belastingclaim over de eindafrekeningswinst kan de belastingplichtige op dit moment kiezen voor onmiddellijke betaling of voor uitstel van betaling voor onbepaalde tijd (mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan).
Geen registratie
De Belastingdienst registreert verplaatsingen van hoofdkantoren niet systematisch. Hoeveel hoofdkantoren de afgelopen 20 jaar zijn verplaatst en hoeveel belasting is geheven ter zake van verplaatsing van deze hoofdkantooractiviteiten op basis van beschikbare informatie bij de Belastingdienst, is niet bekend.
Meer informatie: Beantwoording Kamervragen over hoofdkantoorverplaatsing en vennootschapsbelasting, 20 november 2018
Geef een reactie