Als bij een echtscheiding een van de partners de gemeenschappelijke woning blijft bewonen en de rentelasten voor zijn rekening neemt, wil dat nog niet zeggen dat een deel van de rente aftrekbaar is als partneralimentatie.
Een man en een vrouw scheidden van elkaar zonder dat sprake was van een echtscheidingsconvenant. De voormalige echtelijke woning en de daaraan gekoppelde hypothecair lening en levensverzekeringen gingen beide ex-echtgenoten ieder voor 50% aan. Na de scheiding bleef de man in deze woning wonen. Hij betaalde de volledige hypotheekrente. De man wil het aandeel van de hypotheekrente dat zijn ex-echtgenote had moeten betalen aftrekken als partneralimentatie. Zowel de fiscus als de Hoge Raad meent dat deze aftrek niet is toegestaan. Dat de man de hypotheekrente betaalt , vloeit niet voort uit een echtscheidingsconvenant of rechtelijke uitspraak. Het is wel zo dat de rechter deze betalingen meeneemt bij de draagkrachtberekening van de man voor het vaststellen van zijn alimentatieverplichting. Maar dit draagkracht verlagend effect maakt van de rentebetaling zelf nog geen alimentatiebetaling.
Wet: art. 6.3, eerste lid, letter a Wet IB 2001
Meer informatie: Hoge Raad 16 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2134
Geef een reactie