Als de inspecteur stelt dat een verstrekte lening onzakelijk is, zal hij dit in beginsel aannemelijk moeten maken. Dit zal hem niet makkelijk afgaan als de schuldenaar solvabel was toen de lening werd verstrekt, zo blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Noord-Holland.
De rechtbank stelt dat een lening niet automatisch onzakelijk is als de gelieerde schuldenaar geen zekerheden heeft gesteld, maar wel solvabel was en zekerheden had kunnen stellen. De Belastingdienst zal in zo’n geval moeten aantonen dat een derde niet tegen een hogere rente maar onder overigens gelijke voorwaarden de lening had willen verstrekken. In dit verband is de overeengekomen rente evenmin van belang. Een zakelijke lening tegen een onzakelijke rente leidt immers wel tot een rentecorrectie, maar staat afwaardering van de vordering niet in de weg. De rechtbank vindt daarnaast irrelevant of de schuldeiser de lening heeft verstrekt onder voorwaarden die overeenstemmen met de aard van haar ondernemingsactiviteiten. De voorwaarden hoeven evenmin overeen te stemmen met het risicoprofiel dat de schuldeiser hanteert in zijn beleggingsbeleid.
Wet: artikel 10, eerste lid, onderdeel d Wet Vpb 1969
Mr. Almer de Beer verzorgt op vrijdag 13 april een PE-Pitstop 'Onzakelijke lening'. Tijdens deze PE-Pitstop ontvangt u een uitgewerkt stappenplan. Aan de hand daarvan kunt u snel en adequaat de fiscale gevolgen in kaart brengen van een (on)zakelijke lening of rekening-courantschuld. Dit stappenplan vormt een uitstekende basis om uw cliënt te adviseren op het gebied van gelieerde geldverstrekkingen. > Meer informatie en aanmelden.
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 12 januari 2018 (gepubliceerd 16 januari 2018), ECLI:NL:RBNHO:2018:270
Geef een reactie