Van een belastingadviesbureau mag volgens Rechtbank Noord-Holland wel enige kennis inzake de verzekeringsplicht van haar bestuurders-aandeelhouders worden verondersteld. Als willens en wetens ten onrechte geen premies werknemersverzekeringen worden afgedragen, dan is een vergrijpboete op zijn plaats.
De aandelen in een belastingadviesbureau waren tot begin 2009 in handen van een echtpaar. Beide echtelieden hielden 50% van de aandelen. Begin 2009 trad een nieuwe firmant toe aan wie het echtpaar in totaal 25% van de aandelen hebben overgedragen. Juni 2012 heeft de vrouw haar aandelen aan haar echtgenoot overgedragen, waardoor deze vanaf dat moment 75% van de aandelen bezit. De man en de nieuwe firmant voerden vanaf februari 2009 samen de directie van het belastingadviesbureau. Beiden stonden ook op de loonlijst.
Naar aanleiding van een boekenonderzoek zijn aan het adviesbureau naheffingsaanslagen loonheffingen, boeten en heffingsrente opgelegd vanwege niet aangegeven en afgedragen premies werknemersverzekeringen voor de nieuwe firmant. Rechtbank Noord-Holland buigt zich over de vraag of de boetes terecht zijn opgelegd.
Verplicht verzekerde firmant
Volgens het adviesbureau zijn de boetes niet terecht omdat de nieuwe directeur-firmant niet verplicht verzekerd was. Ter onderbouwing voerde het een mondelinge afspraak uit 2009 tussen de beide directieleden aan. Volgens deze overeenkomst zou met de overname van 25% van de aandelen de nieuwe vennoot niet zonder meer ontslagen kunnen worden. Bovendien zou hij evenveel stemrecht krijgen als de beide echtelieden en een zelfde winstrecht. Echter uit de statuten blijkt niets dat dit ondersteunt. De directeuren worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders, elke aandeel levert één stem op en er is geen grotere meerderheid voorgeschreven voor het ontslag van een van de directeuren. De rechtbank komt tot de conclusie dat het aan grove schuld van het adviesbureau was te wijten dat de naheffingsaanslagen zijn opgelegd. Van een adviesbureau dat belastingaangiften verzorgt mag worden verwacht dat ze op de hoogte is van de beoordeling van de verzekeringsplicht en de jurisprudentie op dat vlak. Ook had het moeten weten dat sinds jaar en dag de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat mondelinge afspraken inzake de stemverhoudingen de formele verhoudingen binnen een vennootschap niet wijzigen. De boetes waren dus terecht opgelegd.
Wet: artikel 67f AWR
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 13 februari 2018 (gepubliceerd 28 februari 2018), ECLI:NL:RBNHO:2018:1615
Geef een reactie