Heeft de Belastingdienst een informatiebeschikking met betrekking tot de loonheffingen, btw en vennootschapsbelasting afgegeven op een moment waarop de administratie van de belastingplichtige nog niet is gecontroleerd? Dan is de informatiebeschikking prematuur.
Een B.V. exploiteerde een horecaonderneming en maakte deel uit van een fiscale eenheid voor zowel de vennootschapsbelasting als de omzetbelasting. In januari 2013 was een boekenonderzoek gestart dat aanvankelijk beperkt zou zijn tot de omzetbelasting en de loonheffingen over het tijdvak december 2012. Eind 2014 werd het boekenonderzoek uitgebreid met de aangiften vennootschapsbelasting over 2011 en 2012 en met eerdere tijdvakken van de btw en loonheffingen. Terwijl het boekenonderzoek nog liep, gaf de inspecteur informatiebeschikkingen loonheffingen (LH), vennootschapsbelasting (Vpb) en omzetbelasting (OB) af. De reden was dat de loonadministraties gebreken vertoonde en detailgegevens bestellingen niet waren bewaard. In geschil was onder meer of de informatiebeschikkingen prematuur waren.
Prematuur en onvoldoende gemotiveerd
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatiebeschikkingen LH, OB en Vpb inderdaad prematuur zijn afgegeven voor zover deze zien op het jaar 2011. De administratie voor het jaar 2011 was op het moment dat de informatiebeschikking werd afgegeven namelijk nog niet gecontroleerd. De constateringen waren onvoldoende om te kunnen concluderen dat niet was voldaan aan de administratie- en bewaarplicht. Een informatiebeschikking kan alleen gebaseerd zijn op feitelijke constateringen en mag niet op basis van vermoedens worden afgegeven. Het enkele feit dat de werkwijze van de B.V. in 2011 hetzelfde was als in 2012 en dat in 2011 dezelfde leidinggevenden werkzaam waren, is onvoldoende om te kunnen concluderen dat voor 2011 niet is voldaan aan de administratie- en bewaarplicht. Voor zover de informatiebeschikking LH betrekking heeft op het jaar 2012, is de rechtbank van oordeel dat de inspecteur onvoldoende heeft gemotiveerd dat in dat jaar niet is voldaan aan de administratie- en bewaarplicht. Voor de aangegeven bevindingen zijn namelijk ook andere verklaringen mogelijk. De informatiebeschikking LH kan ook voor zover deze betrekking heeft op het jaar 2012 daarom niet in stand kan blijven. De informatiebeschikking OB en Vpb met betrekking tot het jaar 2012 mocht wel in stand blijven. De administratie van 2012 was ten tijde van het afgeven van de informatiebeschikking wel al aan een controle onderworpen. De inspecteur kon daarom lopende het boekenonderzoek een informatiebeschikking voor dat jaar afgegeven op basis van de bevindingen tot dan toe.
Wet: art. 52a AWR
Bronnen: Rechtbank Den Haag 19 september 2018 (gepubliceerd 21 september 2018), ECLI:NL:RBDHA:2018:10642, Rechtbank Den Haag 19 september 2018 (gepubliceerd 21 september 2018), ECLI:NL:RBDHA:2018:10643 en Rechtbank Den Haag 19 september 2018 (gepubliceerd 21 september 2018), ECLI:NL:RBDHA:2018:10889
Geef een reactie