Het kabinet heeft ingestemd met de uitgangspunten voor de vrachtwagenheffing. Met de heffing gaat binnen- en buitenlands vrachtverkeer voor het gebruik van de weg betalen. De inkomsten uit de heffing worden in overleg met de vervoerssector gebruikt voor een verlaging van de motorrijtuigenbelasting op vrachtauto’s en voor innovatie en verduurzaming van het vrachtvervoer.
De vrachtwagenheffing gaat gelden voor binnenlandse en buitenlandse vrachtwagens van meer dan 3.500 kg. Landbouw- en bosbouwtrekkers, mobiele kranen en motorrijtuigen met beperkte snelheid zullen worden uitgezonderd van de vrachtwagenheffing omdat deze voertuigen niet primair bedoeld zijn voor goederenvervoer. Hetzelfde geldt voor bussen. Het beleidskader noemt verder een beperkt aantal voertuigcategorieën die worden vrijgesteld van heffingsplicht zoals militaire voertuigen, brandweerwagens en vuilniswagens.
De vrachtwagenheffing gaat gelden op alle snelwegen in Nederland. Daarnaast wordt in overleg met de regionale wegbeheerders (provincies, gemeenten en waterschappen) per provincie bekeken voor welke regionale en lokale wegen ook een heffing zal gelden. Op basis van het overleg met de regio’s zal de minister het wegennet waarop de heffing gaat gelden, definitief vaststellen. Voor wegen waarop nu al tol wordt geheven of waarop tol is voorzien gaat de heffing niet gelden.
De feitelijke invoering van de heffing zal volgens planning in 2023 kunnen plaatsvinden.
Meer informatie: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 9 november 2018
Geef een reactie