De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs geeft in een commentaar ongezouten kritiek op het wetsvoorstel om valutawinsten op deelnemingen te belasten. Deze heffing komt aan de orde als een vennootschap valutaverliezen in aftrek kan brengen, bijvoorbeeld op grond van Europese rechtspraak.
Volgens de Orde zit er een onevenredigheid in het wetsvoorstel. Een vennootschap die bijvoorbeeld € 1 valutaverlies in aftrek brengt en € 1 miljoen aan valutawinst heeft, moet over de volledige valutawinst vennootschapsbelasting betalen. De Orde vindt dat de heffing moet worden beperkt tot het bedrag dat als verlies in aftrek is gebracht. Bovendien geldt de heffing over positieve valutaresultaten ook voor valutawinsten die zijn behaald op deelnemingen waarvoor geen valutaverlies is afgetrokken. De Orde vindt dat de heffing alleen van toepassing moet zijn op deelnemingen waarvan valutaverliezen zijn afgetrokken van de winst. Ook zijn er volgens de Orde niet genoeg zwaarwegende redenen om de maatregelen niet alleen formeel terugwerkende kracht tot 8 april 2011, 17.00 uur te geven, maar ook materieel. Valutawinsten die vóór dat tijdstip zijn behaald, zouden volgens de Orde later niet mogen worden belast en toch gewoon onder de deelnemingsvrijstelling moeten vallen.
Wet: artikel 28b (nieuw) Wet Vpb
Meer informatie: NOB, 1 september 2011
Geef een reactie