De Hoge Raad stelt de volgende prejudiciële vraag aan het Europese Hof van Justitie. Mag de Belastingdienst de herzienings-btw naheffen van een ander dan de ondernemer die de btw oorspronkelijk in aftrek heeft gebracht?
Deze vraag kan aan de orde zijn in de situatie dat verkoper en koper een gezamenlijk verzoek hebben gedaan voor een btw-belaste levering van een pand. Als dit pand later toch wordt gebruikt voor vrijgestelde doeleinden, volgt herziening van de btw die in het verleden in aftrek is gebracht. Heeft de inspecteur dan de mogelijkheid om een naheffingsaanslag op te leggen aan de koper van het pand, in plaats van aan de leverancier die de aftrek heeft genoten? Deze vraag moet het Hof van Justitie gaan beantwoorden.
Wet: artikel 12a Wet OB 1968
Meer informatie: Hoge Raad, 28 oktober 2011, LJN: BN9662
Geef een reactie