Staatssecretaris Weekers heeft in zijn antwoord op Kamervragen bevestigd dat de boete die de Rabobank in de Liborzaak van de VS heeft gekregen voor een groot deel aftrekbaar is van de Nederlandse winstbelasting. De staatssecretaris vraagt zich echter sterk af of zo’n onderscheid in behandeling tussen binnenlandse en buitenlandse boetes in het huidige tijdsgewricht nog wenselijk is. Hij overweegt daarom ook buitenlandse geldstraffen niet langer in aftrek toe te laten.
De wetgever heeft bij de parlementaire behandeling in 1990 afgezien van het uitbreiden van de niet-aftrekbaarheid tot boetes die aan een buitenlandse overheid (buiten de EU) zijn betaald. Bij boetes die door de Nederlandse toezichthouder zijn opgelegd, is de niet-aftrekbaarheid ingevoerd om te voorkomen dat de in Nederland opgelegde straf wordt uitgehold doordat de boete ten laste van de winst kan worden gebracht. Uitbreiding tot buitenlandse boetes zou kunnen inhouden dat ook de aftrekbaarheid wordt uitgesloten voor vergrijpen die het Nederlandse rechtsbestel niet kent. Een meer praktisch bezwaar is dat de fiscus in de meeste gevallen over onvoldoende adequate informatie over de veroordelingen tot deze geldboetes beschikt.
Wet: Artikel 3.14 lid 1, sub c Wet IB 2001
Meer informatie: Beantwoording Kamervragen Liborboete
Geef een reactie