Hof Amsterdam heeft in een feitelijke procedure beslist dat ook in concernsituaties waarbij sprake is van een aanhoudende verliessituatie bij een van de bv’s, een lager bedrag aan fictief loon in aanmerking mag worden genomen.
In deze zaak was het de vraag of voor de drie dienstbetrekkingen van een directeur-grootaandeelhouder (dga) moest worden uitgegaan van een gebruikelijk loon van € 39.000 (bedrag 2006) per dienstbetrekking. De man in kwestie was dga van een bv die alle aandelen bezat in twee andere bv’s. Die twee bv’s hadden geen andere werknemers in dienst, behalve die directeur. Volgens de dga had de inspecteur gezien de slechte financiële positie van de bv’s, een veel te hoog ‘gebruikelijk loon’ (driemaal de WAZ-norm) in aanmerking genomen. Het hof stelde voorop dat een dga in concernsituaties geacht wordt per dienstbetrekking een bepaald bedrag aan (fictief) loon te ontvangen. Verder wees de rechter de inspecteur erop dat het resultaat en het eigen vermogen van de bv’s (vanwege het waarborgen van de continuïteit van de ondernemingen) aanleiding kunnen vormen voor het in aanmerking nemen van een lager ‘gebruikelijk loon’ dan de zogenoemde WAZ-norm. In dit specifiek geval was er bij één van de bv’s sprake van een aanhoudende verliessituatie. Ook hechtte de rechter waarde aan de omstandigheid dat de dga onmogelijk voor de drie bv’s een voltijdsdienstbetrekking kon hebben vervuld. Een redelijke toepassing van de gebruikelijkloonregeling leidde volgens het hof tot een gebruikelijk loon van € 15.247 bij de eerste bv (het daadwerkelijks genoten loon), € 38.118 bij de tweede bv (WAZ-norm in 2005) en nihil bij de bv die in een slechte financiële situaties verkeerde.
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22 oktober 2013 (gepubliceerd op 31 oktober 2013), ECLI:NL:GHARL:2013:8030
Geef een reactie