De Hoge Raad oordeelt dat een tandarts die uit Duitsland werd aangetrokken beschikte over specifieke deskundigheid die op dat moment op de Nederlandse arbeidsmarkt schaars aanwezig was. De 30%-regeling was van toepassing.
Een Duitse tandarts ging in mei 2011 in Nederland aan de slag en deed een beroep op de 30%-regeling. Hiervoor verwees zij naar een rapport van de Stichting Capaciteitsorgaan voor medische en tandheelkundige vervolgopleidingen uit december 2010 waarin onder meer vermeld stond: ‘Hier en daar in het land zijn er signalen dat er een tekort aan tandartsen zou zijn in Nederland. Het lijkt erop dat deze tekorten regionaal zijn.’ En ‘Op basis van enkele regionale tekorten wordt voor de onvervulde vraag naar tandartsen momenteel uitgegaan van 1%.’ De inspecteur en het hof weigerden toepassing van de 30%-regeling, maar volgens de Hoge Raad was wel degelijk sprake van schaarste. Het Capaciteitsrapport liet geen andere slotsom toe dan dat instroom van tandartsen uit het buitenland nodig was om vacatures te vervullen, en dat zonder die instroom op de Nederlandse arbeidsmarkt een tekort aan tandartsen zou zijn ontstaan. Onder die omstandigheden moest worden aangenomen dat op het moment dat de tandarts de arbeidsovereenkomst sloot sprake was van schaarste aan tandartsen op de Nederlandse arbeidsmarkt, en niet slechts van een dreiging van toekomstige schaarste.
Wet: artikel 10ei, lid 1 Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965
Meer informatie: Hoge Raad, 15 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1127
Geef een reactie