Het in goed vertrouwen overlaten van de boekhouding en financiële administratie aan een mede-vennote komt voor rekening en risico van de bestuurder. Geëiste inzage in de administratie na beëindiging van de vof kon hoofdelijke aansprakelijkheid niet voorkomen.
Van een lichaam zonder rechtspersoonlijkheid is iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor belastingschulden. Een bestuurder kan dit alleen voorkomen als hij aannemelijk kan maken dat het niet aan hem te wijten is dat de belastingschulden niet zijn voldaan.
Hiervan is geen sprake als pas na beëindiging van de vof inzage is gevorderd in de financiële administratie. Dit oordeelde Rechtbank Breda in een zaak waarin een aansprakelijk gestelde vennote er vanuit was gegaan dat de financiële en fiscale verplichtingen door haar medebestuurder zouden worden nagekomen. Nadat bleek dat dit niet was gebeurd, had de bestuurder haar verantwoordelijkheid genomen door alsnog inzage in de administratie te vorderen. Dit was alleen onvoldoende om onder haar hoofdelijke aansprakelijkheid uit te komen. Tot aan de ontbinding van de vof was zij volgens de rechter medeverantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de vof, en dus ook voor de ontstane belastingschulden.
Wet: artikel 33 Invorderingswet
Meer informatie: Rechtbank Breda, 6 november 2012 (gepubliceerd 19 april 2013), LJN: BZ7952
Geef een reactie