De gevormde herinvesteringsreserve hoefde volgens het hof niet aan de winst te worden toegevoegd, omdat deze werd aangewend voor de levering van de aandelen aan de koper. Op het moment dat de onderhandelingen over de aandelenoverdracht waren afgerond, was het uiteindelijke belang nog niet overgegaan.
Als het uiteindelijke belang in een vennootschap in belangrijke mate is gewijzigd, moet een gevormde herinvesteringsreserve aan de winst worden toegevoegd. Bij de bepaling of het uiteindelijke belang is overgegaan op de koper, is niet van belang wanneer de onderhandelingen over de aandelenoverdracht zijn afgerond. Het tijdstip van levering van de aandelen op basis van de koopovereenkomst is doorslaggevend.
Dit oordeelde Hof Arnhem in een zaak waarin de inspecteur stelde dat een ultimo 2007 gevormde herinvesteringsreserve in 2008 was vrijgevallen en tot de winst gerekend moest worden. De onderhandelingen over de aandelen overdracht waren namelijk al afgerond voor aanwending van de herinvesteringsreserve op 18 december 2008. Het Hof was het hier niet mee eens. In dit geval was er sprake van aanwending van een herinvestering voor de belangenwijziging op 30 december 2008 (datum akte levering aandelen). Vervolgens gooide de inspecteur dan nog fraus legis in de strijd om de herinvesteringsreserve aan de winst toegevoegd te krijgen. Maar ook dat mocht niet baten. Het hof was van oordeel dat aan de in artikel 12a Wet Vpb opgenomen volgorde niet voorbij kan worden gegaan met behulp van fraus legis. De herinvesteringsreserve hoefde dus niet ten bate van de winst vrij te vallen.
Wet: artikel 12a, lid 1 Wet Vpb (tekst 2008)
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem, 19 maart 2013 (gepubliceerd 29 maart 2013), LJN: BZ5889
Geef een reactie