Bij een grote organisatie als de Belastingdienst moet men er rekening mee houden dat het een tijdje duurt voordat binnenkomende gegevens zijn verwerkt. Het kan daardoor gebeuren dat de aanslag naar een oud adres wordt gestuurd. Dit is dan niet aan de inspecteur te verwijten.
De datum van de dagtekening van de aanslag is bepalend voor de vraag of de aanslag binnen de aanslagtermijn is opgelegd. Uitzondering geldt als komt vast te staan dat de aanslag later is opgelegd omdat:
- het aanslagbiljet na de dag van de dagtekening ter post is bezorgd; of dat
- het aanslagbiljet naar een onjuist adres is verzonden doordat de inspecteur deze onjuist heeft geadresseerd.
Dit laatste geldt niet als belanghebbende binnen de aanslagtermijn op de hoogte was van de verzending van het aanslagbiljet, zodat geen twijfel erover kan hebben bestaan dat de aanslag binnen de aanslagtermijn was vastgesteld.
Geen verwijt
In een geschil bij Gerechtshof Den Haag draaide het om de vraag of een aanslag op tijd was opgelegd. De dagtekening van de aanslag was de laatste dag waarop de aanslag vastgesteld kon worden. Omdat het aanslagbiljet naar een oud adres was gestuurd, bereikte deze de bv pas later. Er was jaren ervoor een adreswijziging doorgegeven, maar door een ander dan de bv in een brief die informatie over verschillende vennootschappen bevatte. Daarnaast voerde de inspecteur na die tijd ook nog gesprekken met de bv op het oude adres. Een paar dagen voor het opleggen van de aanslag had de bv nogmaals een adreswijziging naar de Belastingdienst gestuurd, maar het duurde zeker 1,5 maand voordat die in de systemen was verwerkt. Dat is niet vreemd in zo’n grote organisatie als de Belastingdienst, oordeelde de rechter. De inspecteur kon geen verwijt worden gemaakt over de onjuiste adressering van het aanslagbiljet. Ook de stelling dat de inspecteur niet bevoegd was de aanslag op te leggen, haalde het niet. De rechter verwees daarbij naar de landelijke bevoegdheid van inspecteurs.
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag, 16 oktober 2012 (gepubliceerd op 10 april 2013), LJN: BZ6859
Geef een reactie