Overschrijding van de termijn waarbinnen een vormverzuim moet worden hersteld kan leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift. De fiscus kan een bezwaar echter alleen niet-ontvankelijk verklaren als hij de bezwaarmaker van te voren inlicht over gevolgen van het niet tijdig herstellen van het verzuim.
Een bezwaarschrift moet aan bepaalde vormvereisten voldoen. Zo moet het bezwaarschrift onder meer de gronden van het bezwaar (motivatie) bevatten. Wel geeft de fiscus de bezwaarmaker in de meeste gevallen de gelegenheid om zijn bezwaar binnen een aantal weken nader te motiveren. Bij het verlenen van zo’n uitstel moet de fiscus wel duidelijk maken aan de bezwaarmaker dat zijn bezwaar niet-ontvankelijk zal worden verklaard als hij niet of niet tijdig gebruik maakt van die mogelijkheid. Ook in gevallen waarbij de inspecteur een bezwaarmaker meerdere kansen geeft om zijn bezwaar te motiveren, moet hij de bezwaarmaker telkens weer attenderen op de gevolgen van het niet herstellen van het verzuim. Alleen een mededeling in de eerste brief volstaat volgens de Hoge Raad niet. Wanneer een inspecteur deze mededeling niet doet, mag de bezwaarmaker ervan uitgaan dat de inspecteur in het geval het verzuim niet binnen de gestelde termijn is hersteld, niet zonder meer tot niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar zal overgaan.
Wet: artikel 6:5 en 6:6 Awb
Meer informatie: Hoge Raad, 12 april 2013, LJN: BZ6831
Geef een reactie