Er is geen sprake van zetelverplaatsing als de Nederlandse aandeelhouder feitelijk het beleid van de vennootschap blijft bepalen. Dat een trustkantoor op Curaçao de dagelijkse beslissingen en initiatieven tot bestuursvoorstellen neemt, leidt volgens Hof Den Haag niet tot een andere conclusie.
Als de fiscus een vennootschap zowel aanmerkt als inwoner van Nederland als van de Nederlandse Antillen, geeft de plaats waar de feitelijke leiding is gelegen uiteindelijk de doorslag. Als de in Nederland gevestigde aandeelhouder door zijn gedragingen en besluiten het feitelijke bestuur naar zich toetrekt, oefent de directie in Curaçao dus niet de leiding uit over de vennootschap. Dit oordeelde Hof Den Haag in een zaak waarin werd aangevochten dat in Nederland opgerichte vennootschap per december 2001 haar zetel had verplaatst naar Curaçao. In verband met de verplaatsing trad de Nederlandse aandeelhouder formeel terug en werd een trustkantoor op Curaçao benoemd als statutair bestuurder. Eerder oordeelde de rechter al dat niet feitelijk zelfstandige bestuursbesluiten waren genomen in Curaçao. De besluiten werden pas genomen nadat de Nederlandse aandeelhouder daarvoor goedkeuring had verleend. Ook het hof was van mening dat de aandeelhouder feitelijk het beleid van de vennootschap geheel bleef bepalen. Dat de dagelijkse beslissingen en initiatieven tot bestuursvoorstellen vanuit het trustkantoor kwamen veranderde hier niets aan. Dit leidde tot de conclusie dat de werkelijke leiding van de vennootschap werd uitgeoefend door de in Nederland woonachtige aandeelhouder. De vennootschap was daarom in die jaren in Nederland gevestigd en de inspecteur had terecht een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel mocht niet baten.
Wet: artikel 2 eerste lid onder d, artikel 34 tweede lid en artikel 35b zevende lid BRK
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag, 23 oktober 2012 (gepubliceerd 15 april 2013), LJN: BZ7198
Geef een reactie