De fiscus kan voor het vaststellen van correcties in de aangifte van de ondernemer ook gebruikmaken van grotendeels geanonimiseerde verklaringen van klanten. Het is aan de ondernemer om tegenbewijs te leveren.
Als aan de administratie van een ondernemer zodanige gebreken kleven dat deze niet als basis kan dienen voor de winstberekening, kan de fiscus volstaan met een redelijke gemotiveerde schatting. Volgens Rechtbank Breda is er ook sprake van een gemotiveerde schatting als de inspecteur bij de correcties gebruikmaakt van bedragen die afkomstig zijn van de door hem bij klanten van de ondernemer verrichtte derdenonderzoeken. In dit specifiek geval wilde het merendeel van de klanten alleen hun medewerking verlenen op voorwaarde dat hun gegevens niet openbaar zouden worden gemaakt. De inspecteur had die stukken dan ook niet overgelegd, maar had daaruit wel conclusies getrokken voor wat betreft de hoogte van de door de ondernemer verzwegen bedragen. Deze omstandigheid was echter niet van invloed op het oordeel van de rechter. Volgens de rechter had de inspecteur de correcties in redelijkheid vastgesteld. De ondernemer had namelijk de mogelijkheid om aannemelijk te maken waarom de omzet lager zou zijn dan het bedrag dat de inspecteur had berekend. Nu hij niet daarin was geslaagd, verklaarde de rechter zijn beroep ongegrond.
Wet: artikel 52 AWR en artikel 8:42 Awb
Meer informatie: Rechtbank Breda, 12 februari 2013 (gepubliceerd op 23 mei 2013), LJN: CA0562,
Geef een reactie