Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de Btw-richtlijn ook van toepassing is bij schrapping van een onderneming uit het btw-register. De fiscus moet daarbij wel rekening houden met waardewijzigingen van de goederen die op dat moment aanwezig zijn in de onderneming.
De btw-richtlijn is ook van toepassing bij de beëindiging van belastbare economische activiteiten. De oorzaken of omstandigheden van de beëindiging doen er niet toe. Zo oordeelde het Europese Hof in een Bulgaarse zaak dat de fiscus ook rekening moet houden met de regels uit de btw-richtlijn bij beëindiging van een belastbare economische activiteit als gevolg van schrapping uit het btw-register. De Bulgaarse Belastingdienst had namelijk een ondernemer uit het btw-register geschrapt omdat hij geen aangifte had gedaan en de door hem verschuldigde btw niet had betaald. De onderneming beschikte op de dag van de schrapping over met btw-aftrek aangekochte voertuigen waarmee hij belastbare handelingen verrichte. De Bulgaarse Belastingdienst legde navorderingsaanslagen op aan de onderneming en ging daarbij uit van normale waarde van de goederen. Volgens de ondernemer had de Belastingdienst daarbij rekening moeten houden met de waarde op de dag van de schrapping. De Bulgaarse rechter legde deze kwestie vervolgens voor aan het Europese Hof. Het Hof wees erop dat de btw-richtlijn duidelijk en onvoorwaardelijk de criteria stelt voor het vaststellen van de maatstaf van heffing voor handelingen waarbij een ondernemer goederen bij beëindiging van zijn economische activiteit gebruikt. De fiscus mag in dat geval niet de normale waarde als maatstaf van heffing nemen. Hij moet in elk geval wel rekening houden met de waardewijzigingen van de goederen tussen de dag van aankoop en die van beëindiging van de belastbare economische activiteit.
Wet: Artikel 18 en artikel 74 BTW-richtlijn 2006
Meer informatie: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2006:347:0001:01:NL:HTML
Geef een reactie