Als een werkgever een voormalige werknemer een vergoeding geeft om aan het einde van de dienstbetrekking nog een non-concurrentiebeding aan te gaan, telt deze vergoeding als belast loon. Dit loon is in beginsel belast in Nederland, ook als de werknemer inmiddels in het buitenland woont.
In een zaak voor Hof Amsterdam had een man het standpunt ingenomen dat een deel van de vergoedingen die hij ontving in verband met een nakomend non-concurrentiebeding niet was belast in Nederland. Zijn werkgever had hem in april 2007 een vergoeding voor het beding toegezegd met het oog op het beëindigen van de dienstbetrekking in augustus 2007. De man zou deze vergoeding in termijnen ontvangen. Hij ontving de tweede termijn eind 2007, nadat hij was geëmigreerd naar een niet-verdragsland en een buitenlands belastingplichtige was geworden. Volgens de man was de termijn een vergoeding voor het nalaten van activiteiten gedurende een zekere periode. Dit nalaten vond plaats in het buitenland, zodat volgens hem geen verband bestond tussen de vergoeding en activiteiten die in plaatsvonden in Nederland. Het hof verwierp dit standpunt. De werkgever wilde voorkomen dat de man de kennis die hij bij de werkgever had opgedaan zou gebruiken bij concurrenten. De rechter oordeelde dat de dienstbetrekking de bron was van de vergoeding. Nadat het hof constateerde dat de dienstbetrekking voor een groot deel was vervuld in Nederland, mocht de Belastingdienst heffen over het corresponderende deel van de vergoeding.
Wet: artikelen 2.6 en 7.2, tweede lid, onderdeel b en zevende lid IB 2001 en artikel 10, eerste lid LB 1964
Meer informatie: Hof Amsterdam, 18 april 2013 (gepubliceerd 1 mei 2013), LJN: BZ9169
Geef een reactie