Gemeenten die een aanslag hondenbelasting opleggen aan hondenbezitters, maken hierbij geen verboden onderscheid tussen inwoners mét en inwoners zónder hond. Tot dit oordeel kwam de Hoge Raad.
In de betreffende zaak was een hondenbezitter in beroep gegaan tegen een aanslag hondenbelasting die de gemeente Sittard-Geleen had opgelegd over het jaar 2010. Volgens de belastingplichtige maakte de gemeente een verboden onderscheid tussen hondenbezitters en niet-hondenbezitters. Hof Den Bosch stelde de hondenbezitter in het gelijk. Volgens het Hof was er inderdaad sprake van een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling. De Hoge Raad kwam echter tot een ander oordeel. Doordat de gemeenten kosten moeten maken als gevolg van bevuiling van openbare wegen door honden, zoals voor het schoonmaken van de openbare wegen en de hondenuitlaatplaatsen, is een onderscheid tussen hondenbezitters en niet-hondenbezitters niet ongerechtvaardigd. Het is niet onredelijk dat de gemeenten de gemaakte kosten verhalen op hondenbezitters door een aanslag hondenbelasting op te leggen.
Meer informatie: Hoge Raad, 18 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:917
Geef een reactie