Omdat de inspecteur niet aannemelijk kon maken dat sprake was van feiten en omstandigheden die ertoe leidden dat sprake was van een voordeel uit overige werkzaamheden, bleef de winst die een man behaald had met transacties met grond onbelast.
Een man en zijn vader verkochten in 2006 grond in het kader van de Ruimte-voor-ruimteregeling aan een cv. Deze regeling biedt de mogelijkheid om in ruil voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen de bouw van woningen mogelijk te maken. Vervolgens kocht de man in 2006 grond terug van de cv. Deze grond was bedoeld om een nieuwe woning te bouwen voor eigen bewoning. In 2009 verkocht de man echter de grond aan zijn broer en maakte daarbij een winst van bijna € 75.000. In geschil was de vraag of het hier ging om resultaat uit overige werkzaamheden. Het was aan de inspecteur om dit aannemelijk te maken, maar deze slaagde hier niet in volgens het hof. De rechter vond het aannemelijk dat de grond was gekocht met het oogmerk er een eigen woning op te zetten. Het hof geloofde de verklaring van de man dat de wijziging van zijn bedoelingen met de grond te maken had met het feit dat de bank niet bereid was de bouw van een nieuwe woning te financieren omdat hij al financieringsschulden had. Het behaalde voordeel was niet belast als resultaat uit overige werkzaamheden.
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 17 oktober 2013 (gepubliceerd op 21 oktober 2013), ECLI:NL:GHSHE:2013:4822
Geef een reactie