Als een vermogensbestanddeel ten onrechte is gerekend tot het ondernemingsvermogen, kan het in beginsel door de foutenleer onbelast overgaan naar het privévermogen. Rechtbank Noord-Nederland heeft dit onlangs benadrukt.
In deze zaak had een man in 1992 samen met zijn vader en broer een woning gekocht die lag naast de woning van de vader. De kopers dreven een metaal-, las- en constructiebedrijf via een vof. De boekhouder van de vof had de woning steeds toegerekend aan het ondernemingsvermogen. In het jaar 2008 werd de woning verkocht. De ondernemer stelde tijdens het opstellen van zijn aangifte inkomstenbelasting dat de boekhouder nooit zijn keuze had toegelicht om de woning te rekenen tot het ondernemingsvermogen. De man zelf vond dat de woning van het begin af aan tot het privévermogen had moeten behoren. Op basis van de foutenleer wilde hij de woning in het oudste openstaande jaar (in dit geval 2008) tot zijn privévermogen rekenen. De man rekende daarom de afgetrokken afschrijvingskosten van de woning tot zijn ondernemingswinst, maar liet de bij de verkoop behaalde boekwinst buiten beschouwing. De inspecteur was het niet eens met deze gang van zaken. De rechtbank vond het echter aannemelijk dat de woning verplicht privévermogen was. Dit pand verkeerde namelijk in een bouwvallige staat van onderhoud en was nooit gebruikt voor de onderneming. De man had bij de aankoop van de woning het voornemen deze te bewonen. Om financiële redenen was het nooit daarvan gekomen. De rechtbank stelde de ondernemer in het gelijk en vernietigde de correcties van de fiscus.
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland, 19 september 2013 (gepubliceerd 15 oktober 2013), ECLI:NL:RBNNE:2013:5601
Geef een reactie