Ook als een bestuurder in de veronderstelling is dat een cash-flowprobleem slecht tijdelijk is, moet hij tijdig melding maken van betalingsonmacht. Anders kan de fiscus hem aansprakelijk stellen voor de belastingschulden van de bv, bevestigde Hof Arnhem-Leeuwarden.
Een bestuurder gaf bij het hof aan dat in augustus 2009 slechts sprake was geweest van tijdelijke betalingsonmacht, omdat sprake was van een (tijdelijk) cash-flow probleem. Zijn bv had recht op provisies, die op korte termijn uitbetaald zouden worden door verzekeringsmaatschappijen. Van dit bedrag zou (ook) de verschuldigde loonheffing betaald (kunnen) worden. Maar toen in september 2009 bleek dat één van de medewerkers had gefraudeerd, was het niet langer zeker of recht bestond op de provisies en meldde de bestuurder onverwijld de betalingsonmacht. Dit was te laat, oordeelde het hof. Onder de aangevoerde omstandigheden had de bv uiterlijk 14 augustus 2009 haar betalingsonmacht moeten melden. Het feit dat de bestuurder in de veronderstelling verkeerde dat de betalingsonmacht slechts tijdelijk zou zijn, maakte dit niet anders. De aansprakelijkstelling bleef in stand.
Wet: artikel 36 Invorderingswet
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26 november 2013 (gepubliceerd 13 december 2013), ECLI:NL:GHARL:2013:8938
Geef een reactie