Wanneer een eigenaar een woning koopt die grenst aan zijn eigen woning en deze verbouwt tot een geheel, kunnen deze één gebouw gaan vormen. In dat geval is sprake van een eigen woning volgens het hof en zijn de kosten aftrekbaar.
Stel een eigenaar van een woning koopt ook de daarnaast gelegen woning en gaat deze verbouwen om als geheel te gaan gebruiken. Als de woning en nieuw aangekochte woning na de verbouwing naar aard en inrichting twee afzonderlijke onroerende zaken blijven, is geen sprake van één ‘eigen woning’. Dit is wel het geval als de woningen daarna één zelfstandig gebouw vormen.
In een zaak die voorkwam bij Hof Den Haag oordeelde de rechter dat in dat geval de woning en aangekochte woning aangemerkt konden worden als eigen woning. De werkzaamheden aan de beide panden en de wijze waarop de dame in kwestie en haar gezin deze daarna gebruikten, leidden ertoe dat er sprake was van één gebouw. Voor het gehele gebouw zou dus aftrek van kosten moeten worden toegestaan voor de inkomstenbelasting, en niet alleen voor de oorspronkelijke eigen woning.
Wet: artikel 3.111 lid 1 Wet IB 2001
Meer informatie: Hof Den Haag, 15 januari 2013 (gepubliceerd op 18 februari 2013), LJN: BZ1361
Geef een reactie