Een bv kan de belaste vrijval van een herinvesteringsreserve (hir) proberen te compenseren door in hetzelfde jaar een pensioenvoorziening te vormen. Uit de volgende zaak voor Rechtbank Haarlem blijkt dat deze compensatie alleen mogelijk is als de bv een reële pensioentoezegging doet.
Een bv had in 2007 de boekwinst op een verkocht bedrijfspand ondergebracht in een hir. Na drie jaren had de bv nog steeds geen vervangende investering gedaan. De bv stelde in 2011 dat zij voor het jaar 2010 het bedrag van de hir wilde gebruiken voor het vormen van een pensioenvoorziening voor haar dga. Strikt genomen zou dit de vrijval van de hir niet voorkomen, maar de bv zou dan wel beschikken over een compenserende aftrekpost. De inspecteur stond echter niet toe dat de bv een pensioenvoorziening vormde. De rechtbank was het eens met de Belastingdienst, omdat de bv in 2010 nog geen pensioentoezegging had gedaan aan haar dga. De bv kon evenmin aannemelijk maken dat zij een stellig voornemen had om in de toekomst pensioen uit te keren.
Wet: artikelen 3.25 en 3.54 IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Haarlem, 21 maart 2013 (gepubliceerd 26 maart 2013), LJN: BZ5571
Geef een reactie