Als een bedrijf een lening verstrekt aan zijn werknemer tegen een lager rente dan bij een kredietverlener, dan geniet die werknemer een rentevoordeel. Dit voordeel vormt zowel onder de werkkostenregeling als onder de overgangsregeling geen belast loon als de werknemer die lening gebruikt voor een eigen woning.
De staatssecretaris van Financiën heeft dit duidelijk gemaakt in reactie op Kamervragen over onbelaste hypotheekrentekorting voor werknemers. Er is voor deze fiscale behandeling gekozen, omdat het in aanmerking nemen van het rentevoordeel in de loonbelasting tot renteaftrek binnen de eigenwoningregeling zou leiden. Wel wijst de staatssecretaris erop dat er voorwaarden hieraan zijn verbonden en dat de werkgever daarbij een administratieplicht heeft. Voor werkgevers die al op de werkkostenregeling zijn overgestapt, geldt dan een nihilwaardering. Het rentevoordeel gaat dus niet koste van de vrije ruimte van 1,5%. Voor werkgevers die nog niet zijn overgestapt op de werkkostenregeling, is het rentevoordeel vrijgesteld voor zover de werknemer de lening gebruikt voor zaken waarvoor volledig of bijna volledig een vrije vergoeding mogelijk is. Voor andere renteloze of laagrentende personeelsleningen gelden afwijkende regels. Welke regels dan van toepassing zijn, hangt wederom af van de vraag of een bedrijf de werkkostenregeling toepast of niet.
Wet: artikel 13, lid 3, c Wet LB Wet 1964 en artikel 59 LB UVR 2001
Meer informatie: ministerie van Financiën, 12 maart 2013, nr. DGB/2013/962U
Geef een reactie