Bij levering van een gedeelte van een gebouw kan door verbouwing sprake zijn van een nieuw vervaardigd goed. Voor bepaling of de levering belast is met btw, moet dit gedeelte dan afzonderlijk in aanmerking worden genomen van de rest van het gebouw.
De levering van een nieuw vervaardigde onroerende zaak die belast is met btw, is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Als een gebouw horizontaal is gesplitst (appartementsrechten) of verticaal is gesplitst, is sprake van de levering van een gedeelte van een gebouw. Dit afgescheiden gedeelte moet dan afzonderlijk van het overige van het gebouw in aanmerking worden genomen bij bepaling of de levering belast is met btw. Dit oordeelde de Hoge Raad in een zaak die werd aangespannen door een verkrijger van een winkelruimte, waarboven zich vier woonappartementen bevonden. Deze ruimten waren gesplitst in vijf appartementsrechten. Voor de levering van de winkel was er in de winkelruimte gesloopt, waardoor alleen nog de draagconstructie aanwezig was en daar bovenop de vier wooneenheden. In de ontstane open ruimte was een nieuwe modewinkel gerealiseerd. Volgens de Hoge Raad was de winkel een zelfstandige onroerende zaak en was deze zodanig verbouwd dat sprake was van een nieuw vervaardigd goed. De verkrijger van de winkelruimte had dus recht op teruggaaf van de overdrachtsbelasting.
Wet: artikel 11, lid 1 onder a en lid 3 onder b Wet OB, artikel 15, lid 1 onder a WBR
Meer informatie: Hoge Raad 8 maart 2013, LJN: BZ3574
Geef een reactie