De beroepsopleiding van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) moet voor een deel van de studieduur uit praktijkonderdelen bestaan. Een opleiding die vooral gericht was op scholing in Nederlands als tweede taal kwam hiervoor niet in aanmerking.
Negen Poolse werknemers volgenden de opleiding ‘Assistent medewerker voedingsindustrie (Nederlands als Tweede Taal)’. Het uitzendbureau waarvoor de Polen werkzaam waren claimde de afdrachtvermindering onderwijs, categorie beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Na een boekenonderzoek stelde de inspecteur zich op het standpunt dat de opleiding hoofdzakelijk was gericht op scholing in Nederlands als tweede taal en schrapte de afdrachtvermindering. Bij Rechtbank Arnhem kon de werkgever niet aannemelijk maken dat er – naast de lessen Nederlandse taal – ook een praktijkdeel bij de gevolgde opleiding zat. Er was dus geen sprake van een beroepspraktijkvorming en de naheffingsaanslag loonbelasting was terecht opgelegd.
Wet: artikel 14 WVA
Meer informatie: Rechtbank Arnhem, 8 januari 2013, LJN: BY7787
Geef een reactie