Het ontkomen aan de bijtelling voor privégebruik van de auto staat of valt met een juiste rittenadministratie. Alleen plaatsnamen opschrijven waar de auto is geweest voldoet niet, bevestigde Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De vergrijpboete kon wel omlaag, omdat de gebrekkige rittenregistratie geen opzet was maar grove schuld.
Alleen plaatsnamen noteren op vijf dagen in de week zonder adres en zonder reden van het bezoek, maakte volgens het hof geen sluitende rittenregistratie. Zeker nu de onderneemster in kwestie het begin- en eindadres van de ritten niet registreerde en ook het karakter of doel van de ritten niet vastgelegde. Daarbij kwam dat de onderneemster geen verklaring kon geven voor de wisselende geregistreerde afstanden van en naar eenzelfde plaats. De inspecteur had dus terecht een navorderingsaanslag opgelegd wegens privégebruik van een auto van de onderneming. Maar de enkele omstandigheid dat sprake was van een gebrekkige rittenregistratie rechtvaardigde volgens het hof niet de stelling van de fiscus dat sprake was van (voorwaardelijke) opzet. De onderneemster was immers vrij in de keuze van haar bewijsmiddelen. De rechter verminderde dan ook de vergrijpboete van 50% naar 25%. Er was namelijk wel sprake van grove schuld nu de vrouw ernstige nalatig was in haar plicht om op juiste wijze aan haar fiscale verplichtingen te voldoen.
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2 juli 2013 (gepubliceerd op 25 juli 2013), ECLI:NL:GHARL:2013:5463
Geef een reactie