Het besluit ondernemingsfaciliteiten in de overdrachtsbelasting is op diverse punten geactualiseerd. Belangrijkste aanleiding hiervoor is de wijziging van de regeling voor interne reorganisaties per 1 juli 2013.
Wanneer binnen een concern een onroerende zaak wordt overgedragen, vindt dankzij de vrijstelling bij interne reorganisatie in beginsel geen heffing van overdrachtsbelasting plaats. De overdrachtsbelasting is echter alsnog verschuldigd als binnen drie jaar na de overdracht de verkrijger het concern verlaat. Stel nu dat een moedermaatschappij een onroerende zaak overdraagt aan een dochtermaatschappij. Binnen drie jaar na deze overdracht verkoopt de grootmoedermaatschappij de aandelen in de moedermaatschappij. Hierdoor verlaat de verkrijger het concern en is de overdrachtsbelasting alsnog verschuldigd. De staatssecretaris van Financiën keurt echter goed dat in dit geval de vrijstelling bij interne reorganisatie in stand blijft. Maar de goedkeuring geldt niet als de moedermaatschappij de overgedragen onroerende zaak binnen een periode van drie jaren vóór de aandelenverkoop heeft verkregen onder toepassing van de vrijstelling bij interne reorganisatie. Bovendien geldt de goedkeuring alleen als de moeder- en dochtermaatschappij gedurende het restant van de driejaarstermijn blijven behoren tot hetzelfde concern.
Wet: artikel 5b van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer (per 1 juli 2013)
Meer informatie: ministerie van Financiën, 10 juli 2013, nr. BLKB/2013/1130M
Geef een reactie