De kosten die een eigenaar van een monumentenpand maakte voor de herinrichting van de siertuin, de reparatie van het hekwerk en de restauratie van de garage kwamen niet voor aftrek in aanmerking. Het hek, de tuin en de garage kwalificeerden niet afzonderlijk als (deel van het) rijksmonument.
De bewoner van een 18e eeuws buitenhuis met 19de eeuwse gevel en hoog zadeldak uit 1931, voerde in 2005 en 2006 een omvangrijke restauratie uit. Het pand stond ingeschreven in het monumentenregister en daarom kwam een deel van de restauratiekosten in aftrek als uitgave voor monumentenpanden (een persoonsgebonden aftrekpost). De vraag die Hof Amsterdam moest beoordelen was welk deel als persoonsgebonden aftrekpost kon worden aangewezen. In aftrek kwamen in ieder geval de kosten van de restauratie van het pand, van de plaatsing van beschoeiing langs de waterkant en 25% van de tuinkosten (namelijk de kosten voor herstellen van de tuin die door de bouwwerkzaamheden deels beschadigd was geraakt). Niet in aftrek kwamen de overige kosten van de herinrichting van de tuin, de reparatiekosten van het hek en de restauratiekosten van de garage. De garage, de tuin en het hekwerk stonden niet als afzonderlijk monument ingeschreven in het monumentenregister en konden niet als (een deel van een) monumentenpand worden aangemerkt.
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 20 juni 2013 (gepubliceerd op 3 juli 2013), ECLI:NL:GHAMS:2013:1823
Geef een reactie