Hof Den Haag heeft geoordeeld dat een registerloods die voor de uitoefening van zijn beroep verplicht was te verhuizen, de verhuiskosten mocht opvoeren als bedrijfskosten. Deze kosten waren volgens het hof toe te rekenen aan zijn onderneming.
Rechtbank Den Haag oordeelde in 2012 dat de verhuiskosten die de desbetreffende registerloods had gemaakt voortvloeiden uit de persoonlijke keuze van de man om zich om te scholen tot registerloods (ECLI:NL:RBSGR:2012:BY1619). De verhuiskosten waren daarom niet aftrekbaar. De man had namelijk ontslag genomen om een opleiding tot registerloods te gaan volgen. Na afronding van zijn opleiding trad hij toe tot een maatschap van registerloodsen. Hij besloot vervolgens te verhuizen en wilde de verhuiskosten in aftrek brengen op zijn winst uit onderneming. Voor registerloodsen geldt namelijk de verplichting om binnen het ‘werkgebied’ te wonen, zodat ze zo snel mogelijk gehoor kunnen geven aan een oproep. De inspecteur ging echter niet akkoord met de opgevoerde aftrekpost en wees op een arrest uit 1970 van de Hoge Raad, dat veel gelijkenis vertoonde met deze zaak (BNB 1970/159).
Arrest uit 1970
In het arrest van de Hoge Raad ging het om een kandidaat-notaris die in 1965 vanwege zijn aanstelling tot notaris was verhuisd en de verhuiskosten wilde aftrekken. Hij was op grond van de Wet op het notarisambt verplicht om te wonen in de hem aangewezen standplaats. Het hof merkte allereerst op dat sprake was van een wijziging in de maatschappelijke opvattingen over de relatie tussen gemaakte verhuiskosten en de ondernemingsuitoefening. Ook wees het hof op de kritiek die het arrest had losgemaakt in 1970, uitspraken van lagere rechters waarin de verhuiskosten toch ten laste van de winst mochten worden gebracht en een beleidsbesluit van het ministerie van Financiën over de aftrekbaarheid van verhuiskosten. Uiteindelijk vernietigde het hof de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de door de registerloods gemaakte verhuiskosten aftrekbaar waren.
Wet: artikel 3.17 Wet inkomstenbelasting 2001
Meer informatie: Hof Den Haag, 6 augustus 2013 (gepubliceerd op 16 augustus 2013), ECLI:NL:GHDHA:2013:3124,
Geef een reactie