Uit een zaak voor Rechtbank Den Haag blijkt dat de het ontdekken van het bestaan van oude banksaldi voor de fiscus een gegronde reden kan zijn de rekeninghouder een informatiebeschikking op te leggen.
De oude banksaldi moeten wel relevant zijn voor de belastingheffing van openstaande jaren. In de zaak voor de rechtbank was dit het geval. De Belastingdienst had van de Belgische fiscus fotokopieën gekregen van overzichten van Belgische bankrekeningen van Nederlandse houders. Naar aanleiding van deze inlichtingen deed de Belastingdienst verder onderzoek. De fiscus ontdekte onder andere dat een vrouw in 1994 en 1996 een lopende rekening, obligaties en andere effecten aanhield. De vrouw ontkende de buitenlandse bankrekening te hebben. Zij weigerde dan ook saldigegevens over de jaren 2008 tot en met 2010 te verstrekken. De inspecteur legde haar vervolgens een informatiebeschikking op waartegen zij in beroep ging.
Identificatie
Voor de rechtbank moest de fiscus eerst aannemelijk maken dat de vrouw inderdaad de Belgische bankrekening aanhield. Ter vergelijking: in een andere zaak (Rechtbank Den Haag, 27 juni 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:9524) had de inspecteur geconcludeerd dat een man toezichthouder van een Zwitserse effectenrekening was en hem een informatiebeschikking opgelegd. De rechtbank vernietigde deze beschikking omdat een toezichthouder nog geen gerechtigde tot de rekening hoeft te zijn.
Terug naar de eerste zaak: de inspecteur kon hier wel bewijzen dat de vrouw de houder was van de Belgische bankrekening. Zij had in het systeem van de fiscus als enige de naamcombinatie die correspondeerde met de naam en rekening op de fotokopieën.
Relevante data
Daarnaast vond de rechtbank dat de gevraagde gegevens inderdaad van belang waren voor de belastingheffing. Hoewel de gekopieerde overzichten dateerden van 1994 en 1996, lag het voor de hand dat de vrouw de rekeningen nog aanhield. Het ging namelijk om effecten die vaak worden aangehouden voor langere tijd. De Belastingdienst had de informatiebeschikking terecht opgelegd.
Wet: artikel 52a AWR
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 27 juni 2013 (gepubliceerd 14 augustus 2013), ECLI:NL:RBDHA:2013:9517
Geef een reactie