Als een erfgenaam al een deel van de economische eigendom heeft van een woning en door het overlijden van de erflater de juridische eigenaar wordt, moet hij overdrachtsbelasting betalen over de gehele waarde van de woning. De uitzondering voor verkrijging krachtens erfrecht is in dit geval niet van toepassing.
Een echtpaar probeerde tevergeefs te ontkomen aan de heffing van overdrachtsbelasting door te stellen dat ze de juridische eigendom van een woning hadden verkregen krachtens erfrecht. In 1992 verkocht de moeder van de man de economische eigendom van haar woning aan haar vier kinderen. De man verkreeg toen een vierde deel van de woning. In 2009, een jaar na het overlijden van zijn moeder leverden de broers en zussen hun deel van de woning aan de man. Het echtpaar had in hun aangifte overdrachtsbelasting 6% (inmiddels 2%) overdrachtsbelasting betaald over drie vierde deel van de woning. Maar volgens de inspecteur had het echtpaar ook overdrachtsbelasting moeten betalen over hun aandeel in de woning en legde dus een naheffingsaanslag op aan het echtpaar. De rechter vond dat de inspecteur juist had gehandeld, want er was hier geen sprake van een door erfrecht verkregen juridische eigendom. Toen de drie kinderen in 2009 bij notariële akte de woning verkochten aan hun broer werd voldaan aan de verplichting tot levering van de juridische eigendom. Hiermee werd uitvoering gegeven aan het recht op levering dat de man ontleende aan de akte van 1992. Een dergelijke levering kwalificeert volgens de rechter als een verkrijging waarvoor overdrachtsbelasting is verschuldigd. Het feit dat de man als erfgenaam al onder algemene titel was gerechtigd tot een vierde deel van de woning was hier niet van belang.
Wet: artikel 2 en artikel 3, eerste lid, onderdeel a WBR
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant , 4 april 2013 (gepubliceerd op 14 juni 2013), LJN: CA3130
Geef een reactie