Hof Den Bosch heeft beslist dat geen sprake is van kwade trouw als een belastingadvieskantoor een onjuiste aangifte indient doordat een ondeskundige medewerker niet bekend was met een nieuwe regeling.
Een accountant bij een gerenommeerd belastingkantoor had bij het controleren van een VPB-aangifte ten onrechte geen rekening gehouden met de renteaftrekbeperking op grond van de ‘thin-capitalizationregeling’. De aangifte is hierdoor niet door het geautomatiseerde selectiesysteem van de Belastingdienst uitgeworpen voor nadere beoordeling. De inspecteur ontdekte dit ruim vijf jaar later en legde een navorderingsaanslag op aan het belastingkantoor. Ook meende de inspecteur dat er sprake was van kwade trouw. Volgens het hof had het kantoor een fout gemaakt die niet gemaakt had mogen worden, maar het belastingadvieskantoor was absoluut niet te kwader trouw. Het feit dat het geautomatiseerde selectiesysteem een aangifte alleen voor nader onderzoek uitwerpt als het aangiftebiljet juist is ingevuld, is volgens het hof voor rekening van de inspecteur. De inspecteur kon bovendien uit de overige gegevens van de ingediende aangifte relatief eenvoudig afleiden dat sprake was van een niet aftrekbare rente. Nu de inspecteur niet over een nieuw feit beschikte, kon het navorderingsaanslag niet in stand blijven. Het hof verklaarde het beroep van het kantoor gegrond. Zie in dit kader het bericht 'Kwade trouw door inzetten van ondeskundige medewerker'.
Wet: artikel 10d Wet Vpb 1969 en artikel 16 Awr
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 23 mei 2013 (gepubliceerd op 10 juni 2013), LJN: CA2543
Geef een reactie