Een ondernemer mocht een voorziening vormen voor een naheffingsaanslag loonheffingen die na afloop van het jaar was opgelegd, ondanks het feit dat hij stelde dat de naheffingsaanslag in de procedure zou sneuvelen. De Hoge Raad bevestigde de hofuitspraak.
Hoewel belanghebbende – een ondernemer met een klusbedrijf – zich verzette tegen een opgelegde naheffingsaanslag loonbelasting, wilde hij wel een voorziening voor de betwiste loonheffingenschuld opnemen. Volgens Hof Den Bosch stond het goed koopmansgebruik dit toe. Het voorzichtigheidsbeginsel gebiedt zulk voorzichtig gedrag. En omdat de kans dat de naheffingsaanslag in stand zou blijven reëel was verzette het realiteitsbeginsel zich niet daartegen. De passiefpost kon echter niet voor het volledige bedrag van de naheffingsaanslag worden gevormd. De ondernemer had namelijk aangegeven dat als de naheffingsaanslag in stand zou blijven, hij deze voor een deel zou verhalen op zijn (ex-)werknemers. Het deel waarvan aannemelijk was dat de ondernemer dit inderdaad zou kunnen verhalen mocht hij niet passiveren, zo oordeelde het hof. De Hoge Raad verklaarde het cassatieberoep van de ondernemer zonder nadere motivering ongegrond.
Meer informatie: Hoge Raad, 21 juni 2013, LJN: CA3855
Geef een reactie