Als de kinderen van een erflater een onderbedelingsvordering op de langstlevende partner erven, zijn zij ook belanghebbende met betrekking tot de WOZ-beschikking over het jaar van overlijden. Zij kunnen zich niet als belanghebbende opstellen ten aanzien van de WOZ-beschikkingen over volgende jaren, aldus Hof Den Bosch.
De zaak was als volgt. Een man had in zijn testament al zijn bezittingen, inclusief zijn aandeel in de eigen woning, en schulden toebedeeld aan zijn echtgenote. Toen de man in 2011 overleed, verkregen zijn vier kinderen alleen een onderbedelingsvordering op hun moeder. De waarde van de eigen woning was van belang voor de waarde van die vordering. Omdat de erfgenamen successierecht (de voorloper van de erfbelasting) waren verschuldigd over de onderbedelingsvordering, hadden zij ook een belang bij de WOZ-beschikking over 2011. De vraag was of zij ook belanghebbende waren met betrekking tot de WOZ-beschikking over 2012.
Geen gebruik of genot woning
Het hof oordeelde dat dit niet het geval was. Het belang van de kinderen in de WOZ-waarde van de woning lag in het successierecht over hun onderbedelingsvordering. Dit speelde alleen een rol in 2011. Voor wat de WOZ-beschikking over 2012 betrof, waren de kinderen geen belanghebbende. Omdat zij de woning niet gebruikten en evenmin genot van de woning hadden, waren zij ook niet aan te merken als medebelanghebbenden. Overigens kan een erfgenaam onder de huidige wetgeving kiezen om de waarde van een geërfde woning te stellen op de WOZ-waarde van het jaar na het jaar van overlijden van de erflater. In dat geval heeft hij wel een belang bij de WOZ-beschikking over het jaar na het overlijdensjaar. Deze bepaling gold echter nog niet in 2011.
Wet: artikel 21 SW 1956 (per 01-01-2011) en artikelen 24, derde lid, 26 en 28 Wet WOZ
Meer informatie: Hof Den Bosch, 19 februari 2015 (publicatie 13 maart 2015), ECLI:NL:GHSHE:2015:587
Geef een reactie