Een werkgever kan ook een onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal € 0,19 per kilometer geven aan een werknemer die met een collega meerijdt. Een onbelaste reiskostenvergoeding is immers niet alleen van toepassing op de eigen auto, maar op alle vormen van vervoer.
Een bv die onder meer een bedrijf in schoolfotografie exploiteerde, kreeg een naheffingsaanslag opgelegd voor reiskostenvergoedingen die zij in 2004 en 2005 had verstrekt aan de directeur. De directeur had in deze periode werkzaamheden verricht met betrekking tot schoolfotografie. Een deel van deze werkzaamheden vond plaats in samenwerking met de fotograaf. De directeur kreeg voor de in verband met deze werkzaamheden gereden kilometers een onbelaste reiskostenvergoeding van de bv. De carpoolregeling was destijds nog niet van toepassing. De inspecteur stelde dat de reiskostenvergoeding tot het loon moest worden gerekend omdat de directeur niet alleen met zijn eigen auto had gereisd maar ook met de fotograaf had meegereden. Het hof dacht daar anders over. Het hof vond het aannemelijk dat de directeur kosten had gemaakt voor het vervoer per auto in het kader van de fotografiewerkzaamheden. Deze kosten behoorden volgens het hof tot de kosten voor de behoorlijke uitoefening van de dienstbetrekking. De door de bv verstrekte vergoeding behoorde tot de vrije vergoedingen. Er werd immers voldaan aan de voorwaarden van het toen geldende artikel 15b, lid 1, aanhef en onderdeel a van de Wet LB 1964. Het hof maakte vervolgens duidelijk dat onder ‘vervoer’ als bedoeld in dat wetsartikel niet alleen het vervoer met de privé-auto moest worden verstaan. Daaronder viel ook het vervoer dat door de fotograaf werd verzorgd en waarbij de directeur gebruik had gemaakt van de mogelijkheid tot carpoolen. De bv had de reiskostenvergoeding terecht niet tot het loon gerekend.
Wet: artikel 15b, lid 1, aanhef en onderdeel a van de Wet LB 1964 (oud)
Meer informatie: Hof Den Bosch, 13 maart 2015 (gepubliceerd op 20 maart 2015), ECLI:NL:GHSHE:2015:875
Geef een reactie