Als de belastingrechter een belanghebbende tijdens een procedure een vergoeding van immateriële schade toekent, moet hij ook de Belastingdienst het griffierecht laten vergoeden. Bovendien kan de belanghebbende recht hebben op een proceskostenvergoeding. Dit alles geldt ook als de belanghebbende op alle geschilpunten in het ongelijk is gesteld.
De Hoge Raad kwam tot dit oordeel in een zaak waarin een man op 2 oktober 2007 een bezwaarschrift had ingediend tegen een navorderingsaanslag inkomstenbelasting. De inspecteur wees dit bezwaarschrift af op 16 augustus 2011. In de beroepsprocedure verklaarde de rechtbank het beroep van de man ongegrond. De rechter kende de man wel een immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn. De inspecteur hoefde de man echter geen griffierecht of proceskosten te vergoeden. Uiteindelijk oordeelde de Hoge Raad dat de toekenning van een immateriële schadevergoeding ook als gevolg heeft dat de belanghebbende recht heeft op een vergoeding van het griffierecht. Bovendien heeft hij dan onder voorwaarden recht op een proceskostenvergoeding. Overigens was in deze zaak de proceskostenvergoeding niet zo hoog. Nu de inspecteur alleen de proceskosten moest vergoeden omdat hij een immateriële schadevergoeding was verschuldigd, kende de Hoge Raad de zaak een wegingsfactor van 0,5 (licht) toe.
Wet: artikelen 8:88 en 8:95 Awb
Meer informatie: Hoge Raad, 20 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:660
Geef een reactie